Profiel

Geert Jannes Landweer Jzn.

Geboren 15-08-1859 te Roden
Overleden 26-02-1924 te Assen
Ouders Jacob Copinga Landweer & Deeuwerke Derks Scholma
Broer Derk Garmts Landweer

Door: Dennis Sietsema

Geert Jannes Landweer begon ca. 1885 met fotograferen en is voor zover bekend de eerste amateurfotograaf uit Drenthe. Hij had een bijzondere interesse in archeologie en de geschiedenis van Drenthe. Hij maakte dan ook veel foto’s van archeologische opgravingen en het Drentse landschap. Beeldschone foto’s van het Drentse platteland en zijn inwoners kenmerken deze collectie. De collectie bestaat uit bijna 250 glasnegatieven, ruim 150 zwart-witfoto’s en een klein aantal ansichtkaarten. Deze zijn allemaal te bekijken in onze beeldbank.

Levensloop

Geert Jannes Landweer werd op 15 augustus 1859 in Roden geboren als zoon van boekhouder Jacob Copinga Landweer en Deeuwerke Derks Scholma. Op 13 oktober 1860 werd in het gezin een tweede zoon geboren, Derk Garmst Landweer. Het gezin woonde in de boerderij ‘Vredeveen’ in Nietap, nabij Roden. Landweer werd opgeleid aan de Rijks-H.B.S. in Groningen. Aldaar behaalde hij goede resultaten en kwam in aanmerking om belastingontvanger te worden. Na een tweejarige opleiding werd hij in 1882 beëdigt als belastingontvanger. Landweer bleef zijn gehele leven vrijgezel. Vanaf 1913 kreeg Landweer gezondheidsproblemen. Hij had met name psychische klachten, waarschijnlijk depressies, en werd behandeld in het Sanatorium van Arnhem. Deze behandeling had echter niet het gewenste resultaat en in de laatste jaren van zijn leven trok hij zich steeds meer terug uit het publieke leven. Hij overleed op 26 februari 1924 in Assen.

Als belastingontvanger is Landweer in meerdere plaatsen werkzaam geweest. Een belastingontvanger bleef doorgaans niet langer dan twee jaar op dezelfde plek. Men vreesde namelijk dat de belastingontvanger door te lang op één plek te blijven gevoelig werd voor corruptie. Achtereenvolgens werkte Landweer in Nieuw-Buinen (1882), Gieten (1885), Sloterdijk (1887), wederom Nieuw-Buinen (1889), Wolvega (1893) en Hoogeveen (1895). Hij bleef twaalf jaar in Hoogeveen, voordat hij op eigen verzoek werd overgeplaatst naar Assen in 1907. Daar woonde hij eerst aan de Brink 21 en daarna aan Oostersingel 5. Tot aan zijn overlijden bleef hij daar wonen. In 1917 had hij de boerderij ‘Vredeveen’ geërfd van zijn overleden broer. Hij verhuurde de boerderij aan de familie Huizinga, maar verbleef er, wanneer dat kon, zelf ook nog weleens. Na zijn overlijden werd de boerderij verkocht door de erfgenamen.

Naast zijn werk als belastingontvanger, bekleedde Landweer ook meerdere publieke functies. Vanwege zijn goede staat van dienst werd hij in 1905 commissaris van de Drentse Kanaal Maatschappij (DKM). Deze functie hield in dat hij voor de aandeelhouders toezicht moest houden op het gevoerde beleid. Ook was Landweer lid van het Genootschap van Landbouw in Drenthe en raakte hij in 1912 als bestuurslid betrokken bij de oprichting van het nationaal openluchtmuseum in Arnhem. Ook was hij lid van de Nederlandse Oudheidkundige Bond. Landweer hechtte veel waarde aan oude Drentse gebruiken en zette zich dan ook in om deze zoveel mogelijk te behouden. Verder was Landweer secretaris van de liberale kiesvereniging in Hoogeveen. In 1900 werd hij voorgedragen als mogelijk kandidaat voor de Provinciale Staten, maar hij bedankte voor het kandidaatschap, omdat hij binnenkort promotie zou maken en daardoor de gemeente moest verlaten. Echter wordt Landweer nog datzelfde jaar herkozen als secretaris en bleef hij nog meerdere jaren in Hoogeveen. Mogelijk ging de promotie niet door of hoefde hij daarvoor niet de gemeente te verlaten. Hij heeft voor zover bekend nooit deelgenomen aan een verkiezing.

Fotografie & Archeologie

Het is niet bekend wanneer Landweer precies begon met fotograferen, maar zijn oudste foto, een foto van zijn vader, stamt uit 1885. Dit deed hij met een glasplatencamera. Dit type camera bleef Landweer zijn gehele leven gebruiken, ook al was deze tegen het eind van zijn leven al behoorlijk ouderwets. Het is vrij uniek dat deze omvangrijke collectie glasnegatieven bewaard is gebleven. Landweer staat vooral bekend om zijn foto’s van het Drentse platteland en archeologische opgravingen. Vanaf 1888 schonk hij regelmatig foto’s van grafheuvels, hunebedden, kerken en archeologische vondsten aan het provinciaal museum van oudheden. Een bekende hunebedfoto is de foto van hunebed D27 bij Borger uit 1893. Voor het hunebed poseert de Drentse volksschrijver Harm Tiesing. Een aantal foto’s zijn in de 20e eeuw ook gebruikt voor de uitgave van ansichtkaarten.

Het provinciaal museum van oudheden in Assen had uiteraard interesse in het werk van Landweer. Zelf was Landweer dan ook graag betrokken bij het museum. Vanaf 1892 was hij correspondent van het museum en vanaf 1898 ook bestuurslid. Het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden had eveneens interesse in zijn foto’s. Vooral de foto’s van archeologische vondsten vonden zij interessant. Deze vondsten kwamen meestal tevoorschijn bij de turfwinning. Bekende foto’s zijn die van de Valtherbrug uit 1892 en het paar van Weerdinge uit 1904. Een aantal delen van de houten Valtherbrug zijn naar Leiden vervoerd. Helaas zijn deze delen tegenwoordig niet meer aanwezig in het depot van het Leids Museum, maar gelukkig hebben we door Landweer nog wel de foto’s. Bovendien zijn de foto’s van Landweer de oudste foto’s van archeologische opgravingen in Nederland.

Landweer deed meer dan alleen verslag uitbrengen van deze vondsten. Hij deed ook zelf onderzoek en publiceerde meerdere artikelen over archeologische vondsten in Drenthe. Dit deed hij met name in de Nieuwe Drentse Volksalmanak en een enkele maal in het tijdschrift Eigen Haard. In zowel binnen- als buitenland waren wetenschappers geïnteresseerd in de vondsten van Landweer. Hij illustreerde zijn artikelen met zijn eigen foto’s. Daarmee droeg hij bij aan de popularisering van het vakgebied. In het populaire bijblad over wetenschap van het tijdschrift Vragen van den Dag is ook een enkele maal een artikel van Landweer over de Valtherbrug verschenen. In dit tijdschrift verschenen vaak artikelen die ook elders al waren gepubliceerd.

Schilders & Landschapsfoto’s

Geert Jannes Landweer had een grote voorliefde voor het Drentse platteland. Als echte Drent kende hij zijn provincie door en door. De belangstelling voor Drenthe beperkte zich echter niet tot zijn inwoners. Schilders van de Haagse school hadden ook belangstelling voor het Drentse land. Deze schilders hadden een idyllisch beeld van Drenthe en gaven meestal een geromantiseerd beeld van het Drentse bestaan. Landweer had briefcontact met een aantal van deze schilders en twee werden ware vrienden van hem. Met de schilders Julius van de Sande Bakhuyzen (1835-1925) en Lodewijk Mulder (1822-1907) was het contact intensief. Lodewijk Mulder stond vooral bekend als schrijver van toneelstukken, maar hij heeft ook meerdere schilderijen gemaakt. Landweer zond deze beide vrienden geregeld foto’s die hij had gemaakt van het Drentse land. Mogelijk vormden deze foto’s een inspiratiebron voor de schilders van de Haagse school.

Het contact van Landweer met kunstenaars beperkte zich niet tot Nederland. De Franse schilder Alphonse Stengelin (1852-1938) voelde zich aangetrokken door de Hollandse kust en kwam naar Den Haag. Lodewijk Mulder vertelde hem daar over hoe mooi Drenthe was. In Drenthe werd zijn vaste stek Hoogeveen en daardoor kwam hij in contact met Landweer. Er zijn briefwisselingen tussen beide heren bewaard gebleven uit de tijd dat Stengelin in Zwitserland woonde. Door de Eerste Wereldoorlog kon hij niet terugkeren naar Drenthe en ook in de decennia daarna zou hij nooit meer voet zetten op Drentse bodem. In een artikel in Vragen van den Dag uit 1923 schrijft Landweer over deze Franse schilder. Een andere Franse kunstenaar waarmee Landweer briefcontact heeft gehad, was beeldhouwer en schilder Auguste Rodin (1840-1917). Dit contact bestond uit een enkele brief die Landweer zond aan Rodin. In de brief refereerde hij aan de schoonheid van Drenthe en prees hij de schilders Van de Sande-Bakhuyzen en Stengelin. Bij deze brief zond Landweer eveneens een zevental foto’s. Rodin bedankte Landweer voor de brief en de foto’s in een korte brief die hij stuurde aan Landweer. De brief en de foto’s zijn in het bezit van het Musée Rodin te Parijs.

Landweer trok dus net als de schilders van de Haagse school eropuit om het Drentse platteland te vereeuwigen. Voor veel Drentse dorpen zijn de foto’s van Landweer uitermate waardevol, omdat veel van die dorpen voor de komst van Landweer nog nooit waren gefotografeerd. Door briefwisselingen met schilders van de Haagse school weten we dat er waarschijnlijk meer zat achter de foto’s van Landweer dan slechts Drenthe weergeven zoals het was. Het was een bewuste keuze om moderne ontwikkelingen in Drenthe niet te fotograferen, maar juist alleen het oude. Hiermee toont Landweer niet alleen zijn interesse voor het verleden, maar toont hij ook een sterke overeenkomst met de schilders van de Haagse school. Het op idyllische wijze weergeven van het typisch Nederlandse platteland kenmerkte de Haagse school. Landweer zette zich ook in voor de bescherming van de Drentse cultuur. Hij heeft zich bijvoorbeeld enorm ingespannen voor het behoud van de hunebedden en ook zijn betrokkenheid bij het Nationaal Openluchtmuseum had als doel om de Drentse cultuur te behouden. Ook had hij een kleine bijdrage in het tijdschrift Buiten uit 1911, waar de auteur van het artikel hem uit een aantal brieven citeert, waarin hij pleit voor het beschermen van de Drentse natuur tegen ontginningen.

Portretten

Geert Jannes Landweer maakte naast landschapsfoto’s ook een aantal portretfoto’s. Deze maakte hij veelal van familie en vrienden, maar ook collega’s en soms zelfs onbekenden legde hij vast op de gevoelige plaat. Van veel van deze personen is helaas de identiteit niet meer te achterhalen. Soms spande Landweer een doek achter de geportretteerde, zodat ze beter op de foto zouden staan. Andere keren fotografeerde hij ze juist voor de boerderij of naast een fiets. Niet alleen personen verschenen op zijn portretten. Zijn eigen hond Bello verscheen ook een paar keer op de foto’s. Landweer was een fervent jager en zijn trouwe viervoeter zal hem daarbij ongetwijfeld hebben vergezeld.

Waarde

De foto’s van Geert Jannes Landweer zijn van grote waarde voor Drenthe en Nederland. Zijn gemaakte beelden van archeologische vondsten en opgravingen zijn van historische waarde. Door zijn foto’s hebben we een beeld van archeologische vondsten die in de loop der jaren zijn verdwenen. Gelukkig zijn er ook nog altijd veel vondsten uit die tijd te bewonderen in het Drents Museum. Naast de archeologische vondsten bevat de collectie ook veel foto’s van het Drentse landschap. Deze beelden geven een historisch beeld van het Drentse platteland. Landweer heeft een belangrijke rol gespeeld in het registreren van het Drentse verleden. Wat de collectie Landweer nog meer bijzonder maakt is het feit dat het bestaat uit zoveel glasnegatieven. Vanwege de kwetsbaarheid van glasnegatieven zijn deze doorgaans vrij zeldzaam. Voor de fotografische geschiedenis van Drenthe is het dus waardevol dat er zoveel bewaard zijn gebleven.

Naast het historische beeld moet ook het kunstzinnige aspect van de foto’s niet worden onderschat. Het contact dat landweer onderhield met schilders van de Haagse school geeft aan dat zijn foto’s ook bij kunstminnende lieden in trek waren. Zijn foto’s sluiten dan ook naadloos aan bij de stijl van de Haagse school, idyllische typisch Hollandse, in dit geval Drentse, beelden. De schilderijen van Julius van de Sande Bakhuyzen prijken nog altijd op tentoonstellingen over schilderkunst in Drenthe, waarbij goede vriend Landweer niet ongenoemd mag blijven. De foto’s van Landweer zijn dus ook van grote waarde voor de kunstgeschiedenis.


Bronnen

Hora Siccama. ‘De Drentsche ontginningen v. d. Oranjebond v. Orde.’ In Buiten 5, nr. 30 (29 juli 1911), 356-359.

Landweer Jzn., Geert Jannes. ‘Alphonse Stengelin (1852-1922).’ In Vragen van den Dag; Maandschrift voor Nederland en koloniën 38 (1923), 75-77.

Landweer Jzn., Geert Jannes. ‘De houten ‘veenweg’ in de gemeente Smilde.’ In Bulletin van de Nederlandse Oudheidkundige Bond 4, nr. 2 (1902-1903), 59-61.

Landweer Jzn., Geert Jannes. ‘Een duistere bladzijde uit de oudste archieven.’ In Nieuwe Drentse Volksalmanak 15 (1897), 134-144.

Landweer Jzn., Geert Jannes. ‘Een merkwaardige vondst in een veentje bij Wijster.’ In Nieuwe Drentsche Volksalmanak 21 (1903), 102-112.

Landweer Jzn., Geert Jannes. ‘Het groote hunebed bij Borger.’ In Bulletin van de Nederlandse Oudheidkundige Bond 4, nr. 6 (1902-1903), 222-223.

Landweer Jzn., Geert Jannes. ‘Het houten voetpad in het Emmercompascuum.’ In Nieuwe Drentsche Volksalmanak 20 (1902), 124-128.

Landweer Jzn., Geert Jannes. ‘Muntvondst te Nietap.’ In Bulletin van de Nederlandse Oudheidkundige Bond 2, nr. 2 (1900-1901), 75.

Landweer Jzn., Geert Jannes. ‘Nieuwe ontdekte houten veenwegen (veenbruggen) in Drente.’ In Nieuwe Drentsche Volksalmanak 30 (1912), 135-141.

Provinciale Drentsche en Asser Courant

RHC Drents Archief, 0320 Landweer, inv.nr. 50-72.

Vragen van den Dag; Populair wetenschappelijk bijblad van het tijdschrift vragen van den dag 13 (1898), 18 (1903).

Gepubliceerde foto’s

Landweer Jzn., Geert Jannes. ‘De Boo-en te Schoonebeek en Zuid-Drentsche melkmeisjes.’ In Nieuwe Drentsche Volksalmanak 33 (1915), 137-156.

Landweer Jzn., Geert Jannes. ‘De lange houten weg in de Ter Haarster en Valther venen. (Valtherbrug.)’ In Nieuwe Drentsche Volksalmanak 16 (1898), 207-240. Gepubliceerde foto’s betreffen nagetekende schetsen van de foto’s.

Landweer Jzn., Geert Jannes. ‘Twee Oud-Germaanse lijken uit het Weerdingerveen.’ In Eigen Haard. Geïllustreerd Volkstijdschrift, nr. 38 (1904), 597-600. Via Atlas van Stolk, Atlas Van Stolk - Collectie.

Literatuur

Brink, Egbert J. ‘Camera en Kunst. Geert Jannes Landweer (1859-1924), de Haagse school en musealisering van het Drentse landschap.’ In Nieuwe Drentse Volksalmanak 121 (2004), 48-67.

De Buurtschap Nietap. De rijke historie van Nietap en Terheijl. Bunne: Uitgeverij Servo, 1993.

Goslinga, Mark. ‘Dichter bij Vincent van Gogh: Fotografie in Zuidoost-Drenthe rond 1883.’ In Nieuwe Drentse Volksalmanak 140 (2023), 32-67.

Jonkheid, Vincent. ‘Geert Jannes Landweer (1859-1924) als museumcorrespondent.’ In Waardeel 29, nr. 3 (2009), 22-28.

Pol, Evert-Jan. ‘Lofzang op de olde landschap.’ In Digitale Kunstkrant. Gepubliceerd 02-03-2020, Lofzang op de olde landschap - Digitale Kunstkrant.

Sanders, Roel. Schildersdorpen in Drenthe. Zuidwolde: Stichting Het Drentse Boek, 2008.

Terpstra, Linda M. Fotografie in Drenthe. Met Geert Jannes Landweer Jzn. Door Drenthe (1859-1924). Assen: Drents Museum, 1992.

Tiesing, Harm. Oud-Drents boerenleven in beeld. Samengesteld door Gerrit Kuipers. Gaanderen: Uitgeverij Gherre, 1991.