Door Luc C. den Hartog 

Met dank aan Egbert Braakman 

Wie over de A28 rijdt, weet altijd wanneer de stad Assen in zicht komt. Op een vier meter hoge heuvel staan namelijk twee stenen T’s langs de snelweg. Het zogeheten TT monument – die met zijn megalithische uitstraling direct het prehistorische karakter van Drenthe oproept – verwijst naar een groots evenement. Niet alleen voor Assen, maar voor heel Drenthe. Ieder jaar staat onze provinciehoofdstad volledig in het teken van de TT: de motorraces die in het laatste weekend van juni plaatsvinden op het Circuit van Drenthe en alle bijkomende activiteiten (van een kermis tot speciale menu’s in de cafés). In het passend getitelde boek Alle remmen los! schrijft historicus Ferry Sieders ‘wat carnaval is voor het zuiden is de TT-week voor de Assenaren’. Aanleiding genoeg voor een blog!

    

Tourist Trophy 

Hoe komt het welbekende Asser feest eigenlijk aan zijn curieuze naam? Dat verhaal begint rond de eeuwwisseling op de Britse Eilanden. Specifiek op het eiland Man. De Britse overheid verbood ten strengste het racen op openbare wegen (de maximumsnelheid was toen 20 km/u). Man, daarentegen, gold als autonoom gebied en de lokale regering zag georganiseerde motorsport meer dan zitten. Zodoende begonnen daar de eerste races in 1907. Niemand minder dan een Franse markies – Joseph Harker Bois de Mouzilly Saint-Mars (1874-1942) wel te verstaan – faciliteerde de begeerde trofee. Van heinde en ver reisden mensen af naar het kleine eiland in de Ierse Zee om deel te nemen aan het motorfietsfestijn. Dit toeristische karakter gaf het gebeuren zijn naam: de beste ‘toerist’ won de prijs, de Tourist Trophy. Oftewel TT. 

Binnen de kortste keren werden er op verscheidene plekken in Europa ‘TT races’ gereden. Tot de jaren zeventig, toen Engeland besloot de teugels strakker aan te halen wat de naam betreft. Plotsklaps verdween overal buiten Man de naam ‘TT’… behalve in Assen, waar vanaf 1925 ook geracet werd. In een interview vertelt voormalig motorcoureur Geert Timmer hoe dat tot stand is gekomen: 

Assen reageerde met “Wij hebben ooit een brief van jullie gekregen, in de jaren dertig, waarin staat dat wij onze wedstrijd ook voor altijd TT mogen noemen.” Toen gingen ze in Engeland op zoek naar een afschrift van die brief. In de Tweede Wereldoorlog bleek die echter bij een bombardement op het ACU-kantoor in Londen verloren te zijn gegaan. Of wij een kopie wilden sturen. Assen beantwoordde dat in de oorlog ook hier alles was verbrand en dat wij die brief niet meer hadden. Toen is maar aangenomen – we waren en zijn goede vrienden – dat de brief ooit bestaan had. Zo kwam Assen als enige Grand Prix ter wereld – het eiland Man hoort daar dus niet meer bij – in het bezit van de naam TT. 

TT Assen, de vroege jaren 

De eerste Drentse wegrace (1925) werd niet gereden in Assen, maar op een circuit van zandwegen tussen Rolde, Borger en Schoonloo. Dit bleek niet voor herhaling vatbaar en het daaropvolgende jaar verhuisde de TT naar een nieuwe locatie – waar de zandwegen ingeruild konden worden voor een grotendeels verhard wegdek. De nieuwe, aanzienlijk kleinere baan startte net ten zuiden van Assen en liep vervolgens via Hooghalen naar Laaghalerveen en weer terug richting Assen. Dit circuit bleef lange tijd in gebruik voor de races, tot en met 1954. Ter nagedachtenis aan deze baan heeft Hooghaler en amateurmotorbouwer Albert Braam in 2021 de historische TT-route per motor nog eens gereden. 

 

De ‘Bocht van Bartelds’ is een beruchte naam in de TT-geschiedenis. Vernoemd naar de boer wiens erf eraan grensde, de vlijmscherpe Bocht van Bartelds (meer dan 90°!) was een van de gevaarlijkste krommingen van het circuit. Menigmaal gingen de motorfietsen onderuit in dit noordelijke puntje van de racebaan. 

Vanwege de nabijheid, manifesteerde Assen zich al snel als natuurlijke uitvalsbasis voor alles wat met de TT te maken had. Zo vonden de keuringen van de motoren plaats op de Veemarkt, tussen het publiek. Jong en oud zagen hun kans dan schoon om handtekeningen van de coureurs in te winnen. Verscheidene handtekeningenboekjes hebben hun weg naar het Drents Archief gevonden. De jaarlijkse mei-kermis werd verplaatst naar de TT-week, waardoor alle festiviteiten nog nauwer met elkaar verbonden raakten. De hele stad werd ook versierd tijdens de races. Hotels en horeca sloten zich aan met TT-promoties. En in 1955 werd de TT-Assen bezegeld met een nieuw circuit dat volledig binnen de toenmalige gemeentegrenzen kwam te liggen. 

Feestverlichting in de Kruisstraat in Assen ter gelegenheid van de TT-races op het TT-circuit aan De Haar 9 te Assen (1959).

Het nieuwe, nieuwe circuit 

Het circuit werd wederom een slag kleiner, maar de baan werd breder. Zeven meter breed maar liefst. Hierdoor werd het mogelijk om ook motorraces met zijspan te organiseren met de TT. Bochten werden ditmaal vernoemd naar oude landschappelijke namen: De Strubben, Witterdiep, Veenslang, De Bult, Duikersloot, Hoge Heide enzovoorts. In wezen is dit nog steeds de Asser racebaan zoals wij hem vandaag de dag kennen. Aan het eind van de jaren 90 zijn wel enkele aanpassingen gedaan. Aanpassingen die volgens Egbert Streuer, voormalig zijspancoureur en meermalig wereldkampioen, soms ook afdoen aan de race-ervaring van weleer: 

De TT-baan is ook veranderd. Dat was nodig, daar niet van, maar het is soms te ver gegaan. Voor de Bult zat een kleine knik in het parcours en die is rechtgetrokken. Dat was nou net een plek waar je het verschil kon maken. Als je die knik vol gas nam, dan was je de man voor je kwijt. Je moest dan wel heel laat en heel hard in de remmen voor de Bult, maar je had je tegenstander wel te pakken. Er zaten meer van die plaatsen in het circuit en die zijn jammer genoeg bijna allemaal verdwenen. 

Naast de TT heeft (het circuit van) Assen ook gastheer mogen spelen voor andere races. Zo vond in 1934 het Europees kampioenschap wegraces (de ‘Grote Prijs van Europa’) plaats op het TT-circuit. In 1949 mocht Assen zelfs het wereldkampioenschap wegraces op zich nemen. Van over de hele wereld kwamen coureurs naar Assen – alleen Duitse coureurs waren nog drie jaar lang uitgebannen. Tussen 1949 en 2023 is de grand prix wegraces vierenzeventig keer gereden in Assen (net geen vijfenzeventig wegens coronamaatregelen in 2020).

Onrust in Assen 

Bij het bierdrinken tijdens de TT zijn er bij mij 163 hersencellen onherstelbaar verloren gegaan. Dit waren nou net precies de hersencellen waar Zin, Doel, Belang, Waarde en Nut van motorraces in opgeslagen waren. 

- Erik Harteveld, stadsdichter van Assen 2006 / 2007 in TT Poëzie 

Niet alles was rozengeur en maneschijn. Vooral niet tijdens de TT-nacht, de feestnacht voorafgaande aan de races. De nachtelijke festiviteiten leidden geregeld tot overlast, vandalisme en zelfs rellen. De ramen van winkelpanden moesten het ontgelden en politie – vaak te paard – moest standaard optreden bij het vallen van de avond. Vooral de jeugd die vanuit het westen van het land naar Assen kwam voor de TT-nacht, werd goed in de gaten gehouden. Asser caféhouder Jaap Geerts herinnert zich hoe dat ging: 

Het was een gekkenhuis, maar we hadden altijd een goede sfeer. Buiten kon dat anders zijn. In het begin had je regelmatig tikkerij in de TT-nacht. Binnen merkten we daar niet zo veel van, al heb ik de zaak een keer om drie uur moeten sluiten. Gewoonlijk gingen we door tot een uur of vijf of zes maar die nacht werd de sfeer te bedreigend. 

Er werd geconcludeerd dat een gevaarlijke combinatie van verveling en drank resulteerde in het periodieke wangedrag. In 1973 werd een werkgroep TT-feest opgericht: meer activiteiten om verveling en het daaruit voortvloeiende relschoppen tegen te gaan. Dankzij de inspanning van de feestwerkgroep keerde de rust geleidelijk aan weer terug in Assen.

Vervaardiger: Christoph Hanke

T.T. nacht 1970 te Assen. Vervaardiger foto: Christoph Hanke

Verzamelen 

Voor de verzamelaars ontbreekt het niet aan TT-hebbedingetjes. Dat leidde tot zeer indrukwekkende collecties. In de eerste plaats zijn er de souvenirs die voor de TT-week gemaakt werden. Ondernemers lieten de kans uiteraard niet schieten om op alle mogelijke manieren speciale merchandise aan de man te brengen – van schoteltjes tot kleding. Veel van deze voorwerpen zijn inmiddels zeer gewild, als ‘vintage’ of zelfs antiek. 

Ook voorwerpen die niet als souvenirs verkocht werden, hebben hun weg naar menig verzameling gevonden. Denk bijvoorbeeld aan de rijkelijk geïllustreerde programmaboekjes, de kleurrijke reclameposters en de vele handtekeningenboekjes. Stuk voor stuk tot de verbeelding sprekende herinneringen aan de TT. Geen wonder dat dergelijke collecties meermaals aanleiding hebben gegeven tot boeiende publicaties. Zo is fotograaf Sake Elzinga in het bezit van een uitgebreid TT-fotoarchief, dat in 2011 werd gepubliceerd in het boek Sake Elzinga: TT in opdracht. Ook op de pagina’s van het eerde genoemde TT Assen: Alle remmen los! – gepubliceerd in 2016 – prijkt een verscheidenheid aan memorabilia, van wegwijsborden, tickets en vloeitjes tot krantenknipsels, spelden en theelepeltjes.

  

Het carnaval van Assen 

Assenaren en Drenten in het algemeen koesteren herinneringen aan de TT. Voor de een zullen dat de races zijn, voor de ander de kermis, voor een derde – zoals ikzelf – kunnen het zelfs herinneringen zijn aan een evenement dat buiten de TT-week simpelweg georganiseerd werd op het TT-terrein. De veelzijdigheid van de TT en haar geschiedenis trekken een gevarieerd publiek aan. Tegelijkertijd is het gemoedelijke Drentse karakter nooit verloren gegaan. Afgezien wellicht van enkele TT-nachten… 

Motorcoureur K. Baar uit Den Haag op een Ariël 500cc motor met nr. 42 tijdens de 500cc race op het TT-parcours te Assen (1927).


Literatuurlijst 

  • Doornbos, Anne. TT Poëzie. Groningen: Uitgeverij Passage, 2007. 
  • Gras, Eric Le en Sake Elzinga. Sake Elzinga: TT in opdracht. Assen: Koninklijke Van Gorcum, 2011. 
  • Hofman, Elzo. TT Assen: 80 jaar verzameld. Assen: In Boekvorm Uitgevers, 2005. 
  • Kuis, Ton en Bertus Streutker. “Honderd jaar Drenthe, de Drenten en hun TT.” In Als de dag van gisteren: Honderd jaar Drenthe en de Drenten, onder redactie van Bertus Boivin, Jan Bos, Michiel Gerding, Willem Goelema, Harry Gras, Menno van der Laan, Aike van der Ploeg en Michiel Roding, 173-196. Zwolle: Waanders Uitgevers in samenwerking met de Provinciaal Historicus en het Rijksarchief in Drenthe, 1991. 
  • Sieders, Ferry. TT Assen: Alle remmen los! Assen: Koninklijke Van Gorcum, 2016.