Door: Hilde Boelema en Ellen van der Velds 

Het is eind november, Kerstmis nadert met rasse schreden. Bij veel Drentse huishoudens rijst inmiddels de vraag: wat eten we met kerst? Blijven we thuis met de traditionele (vega) kerstkalkoen of zetten we het gourmetstel op tafel? Een andere optie: we laten voor ons koken en gaan decadent met de hele familie naar een restaurant. Ter inspiratie geven wij een aantal tips voor het kerstdiner, afkomstig uit onze archieven.  

Aan de dis bij de familie Ten Holte in 1954 

Een oude Drentse familie vol bestuurders, grondbezitters en burgemeesters, dat is de familie Ten Holte uit Dalen. In het archief dat we dat van deze familie bewaren verwacht je aktes met lakzegels en andere officiële documenten. Maar ook aandoenlijke kerstmenu’s komen erin voor. Zoals deze, waarschijnlijk gemaakt door de kinderen van de familie. Elk familielid kreeg tijdens het kerstdiner van 1954 een ander ontwerp voor het bord: een kerstboom, een kaars, een ster en natuurlijk mogen de kerstballen ook niet ontbreken. Het rode vloeipapier gaf bij kaarslicht vast een schitterend effect aan tafel.  

En wat stond er tijdens de feestdagen op tafel bij de familie Ten Holte? Een ogenschijnlijk klassiek kerstdiner: een soepje vooraf en een pasteitje (of schrijf je dat nu toch met een lange ‘ij’?) als tussengerecht. Een biefstukje met diverse groenten als hoofdgerecht en een toetje toe. Maar wat zou dat toetje zijn? Bavarois, chocolademousse, een luxe ijstaart of gewoon een lekkere griesmeelpudding met rode saus? In de jaren vijftig waren dat de luxe desserts tijdens de kerst. En dat omgevallen glas wijn van 'pappie of mammie' dat het menuutje van kleine Mieke besmeurde...? Ach, als het maar gezellig was, dan zijn we dat zo weer vergeten… 

Op chique met schild 

Uit eten tijdens kerst, dat deden Drenten in de eerste helft van de vorige eeuw bijvoorbeeld bij het Parkhotel* in Assen. Het kerstmenu was er exotisch. Daarover straks meer, maar hoe zat het ook alweer met dit inmiddels verdwenen hotel?  

Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog verrees aan de Plataanweg in Assen een statig pand: het Parkhotel. Het hotel-pension-café-restaurant telde ongeveer vijftig kamers en was van alle gemakken voorzien: gas, warm en koud water en elektrisch licht. Daar adverteerde het hotel dan ook veelvuldig mee. De horecagelegenheid droeg de lijfspreuk: ‘Zij die het weten, gaan in het Parkhotel eten.’  

Wat at je daar tijdens een kerstdiner in de jaren 30? Uit een advertentie uit de Provinciale Drentsche en Asser Courant bleek dat er voor ieder wat wils op de kaart stond. Er waren drie verschillende menu's: voor eerste, tweede én derde kerstdag. Als voorgerecht kon je kiezen uit bijvoorbeeld oesters of schildpadsoep. We kunnen het ons nu niet meer voorstellen, maar dat was tot in de jaren 70 een heel gangbaar gerecht. Kalkoenkuiken of kabeljauwstaart werden geserveerd als hoofdgerecht. Op het toetjesmenu stonden onder meer kaasmacarons en plumpudding. 

Na twintig jaar waren de kerstdiners in het Parkhotel verleden tijd. In de Tweede Wereldoorlog betrokken de Duitsers het gebouw. Na de oorlog werden er bijzondere rechtszittingen gehouden en ook vond de voogdijraad er onderdak. Vervolgens werd druk gesteggeld over wat er met voormalige hotel moest gebeuren. Een kantorencomplex? Het nieuwe stadhuis van Assen? In de jaren vijftig werd het pand geveild: de hoogste bieder bood 45.000 gulden. Homas-Gezelschapsspelenfabriek trok er begin jaren vijftig in. Toen Homas in de jaren 70 het pand verliet, laaide de discussie over de bestemming van het oude Parkhotel weer op. Even leek het een casino te worden. Uiteindelijk kwam hier niets van terecht: het voormalige Parkhotel werd in februari 1980 gesloopt. Het ooit zo deftige hotel-restaurant met de kenmerkende torentjes maakte plaats voor een appartementencomplex.  

Roompudding met gestampte kip uit de 18e eeuw 

Tot slot hebben we nog inspirerende historische kerstgerechten voor je! In de achttiende en negentiende eeuw was blamange (blanc mangé of blanc-manger) op het Europese vaste land hét kersttoetje bij uitstek. Het kwam dan ook in vrijwel alle kookboeken in die tijd voor. Deze bekende lekkernij is te vergelijken met de Engelse Christmas Pudding, die overigens weinig lijkt op de Mona-toetjes die wij vandaag kennen. Vaak werd er aan blamange gestampt kippenvlees of rivierkreeft aan toegevoegd.  

In ons archief bewaren wij het kookboek van Clara Feyoena van Sijtzama. Dit is geschreven tussen 1729 en 1807 en hierin is onderstaand recept te vinden.

Drie pintijs soete melk, ¼ pond brood suker 

klein gestoten, ¼ pond rijs meel een hant vol onge- 

kookte stijfsel, met melk gebroken ’t meel 

beslagen, dat ’t niet klontrig wort, dan de 

suker en stijfsel daar bij gedaan, gekookt 

en gestadig geroert, in ’t laast soetjes laten 

koken, eerst wort ’t dik, dan is ’t gaar, het 

moet wel 2 uiren koken, als ’t gaar is, wort 

wat suker met wat rosewater in een scho- 

tel gedaan, en daar alles in gegoten, ’s ande- 

ren daags wortse in riemen gesneden, 

wanneerse met lepels wort gegeten, 

doet men daar geen stijfsel daar bij. 

 


 

In 2018 maakte oud-vrijwilliger van het Drents Archief en kookboekengek Egbert Wildervanck een hedendaagse variant op de blamange. Een extra tip voor deze feestdagen! 

Ingrediënten 
½ liter volle melk 
2 ½ dl room 
75 g suiker 
enkele druppels amandelessence (naar smaak) 
18 g gelatine (9 blaadjes à 2 gram) 
oranjebloesemwater (Marokkaanse of Turkse winkel) 

Bereiding 
Week de gelatine in koud water. Breng de melk met de suiker aan de kook. Zodra het kookt van het vuur nemen. Knijp direct de gelatine uit en roer die door de nog hete melk om te laten oplossen.  
De vloeistof lauw laten worden en de room erdoor doen. Enkele druppels amandelessence en een klein beetje oranjebloesemwater naar smaak toevoegen.  
In de koelkast wegzetten om de massa een beetje lobbig te laten worden, tussentijds regelmatig roeren. Als het mengsel lobbig is, dus als het gaat ‘hangen’, dan de massa in een met koud water omgespoelde vorm gieten en laten opstijven in de koelkast. Na enkele uren, vóór het serveren de vorm even in heet water houden. Dan de pudding storten op een vochtige schotel.  

We zijn benieuwd wat jij deze kerst gaat maken. Wordt het blamange? Deel dan een foto met ons via onze social media-kanalen of stuur 'm naar communicatie@drentsarchief.nl. 

*De tekst over het Parkhotel verscheen eerder in het Dagblad van het Noorden in de rubriek ‘Verdwenen gebouwen'.