Al ruim 15 jaar testen we in oktober, in samenwerking met het Dagblad van het Noorden en de Drentse Historische Vereniging, uw kennis van de Drentse geschiedenis. En ook dit jaar was de Drentse Geschiedenis Quiz weer een groot succes. Meer dan zevenhonderd inzendingen kwamen er de afgelopen maand binnen via de mail én per post. Niet allemaal goede inzendingen overigens, een klein aantal van u stuurde een fout antwoord in. Deze mensen dingen dan ook niet mee in de prijzen.
Natuurlijk bent u benieuwd of u in de prijzen bent gevallen. Maar we kunnen ons ook voorstellen dat u graag de antwoorden wilt weten op de vragen in de quiz. In dit filmpje lichten collega's Ferry Sieders en Wim Ensing al enkele antwoorden uit.
Alle overige antwoorden zetten we hieronder voor u op een rij. En waar mogelijk, voorzien we die antwoorden van wat extra uitleg.
Klaar? Daar gaan we!
Vraag 1:
Gerrit Klement werd in de jaren zo rond de Eerste Wereldoorlog gepakt met zo’n beetje een hele kruidenierswinkel op zijn rug. Hij had bij zich: 11,5 kilo spek, 19 kilo rundvet, 4 bussen rubbersolutie, 6 stukken zeep, 1,5 kg cacao, 1 liter raapolie, 2,5 kg tarwebloem , 3,5 kilo rijst en 2 kilo koffie. Waar hield hij zich op het moment van zijn arrestatie mee bezig?
Het goede antwoord is Smokkelen. Vanwege de (voedsel)schaarste werd er tijdens de Eerste Wereldoorlog enorm veel gesmokkeld over de grens naar Duitsland. Er werd streng gecontroleerd omdat Nederland bang was zijn neutraliteit te verliezen door deze illegale handel. Honderden smokkelaars werden gepakt, maar Gerrit Klement uit Barger-Oosterveen spande wel de kroon met zijn grote hoeveelheid smokkelwaar.
Vraag 2:
In 1962 fuseerden de twee Molukse voetbalclubs in Drenthe: Black Boys en Molukse Boys. Wat was de naam van de nieuwe club?
Dat moest zijn FC Amboina. De club hield overigens recent op te bestaan wegens een gebrek aan draagvlak om de club in leven te houden.
Vraag 3:
Het fenomeen grensgangers is ongetwijfeld al heel oud. Mensen die voor hun bestaan in een ander land aan het werk gaan. Onder meer waren daar ook mensen bij uit het Duitse gebied die in de zomer langs kwamen om, tegen betaling uiteraard, de boeren te helpen met grasmaaien. Hoe werden deze mannen genoemd?
Het ging hier om zogenaamde Hannekemaaiers. Ze kwamen met de zeis over de schouder te voet naar Drenthe en andere delen van Nederland. Of ze trokken door Drenthe naar Meppel en namen daar de boot naar Amsterdam om in Holland te gaan maaien.
Vraag 4:
Het kerkdorp Oosterhesselen is bekend, maar in de middeleeuwen bestond er ook een Westerhesselen. De plaats werd ook wel Hesselte genoemd. Hoe heet dit dorp, gelegen bij Havelte, tegenwoordig?
Het goede antwoord is Darp. Tot in de 16de eeuw werd de oude benaming nog gebruikt, maar daarna heet de plaats Erp, Derp of (zoals nu nog gebruikelijk is) Darp.
Vraag 5:
Schippers uit Gasselternijveen zeilden in de 19de eeuw met zeewaardige tjalken naar Duitse, Deense, en Noorse havens. Welke zee was hun belangrijkste handelsgebied?
De bestemmingen van deze schippers gaf het antwoord al enigszins weg, het moet namelijk zijn de Oostzee. De schippers voeren op de wilde vaart en wisten nooit wanneer ze weer thuis in Gasselternijveen aan konden leggen; in elke plaats waar werd gelost, kregen ze via de bevrachter een nieuwe vracht en nieuwe bestemming.
Vraag 6:
Drenthe is geografisch af te bakenen tussen zand en veen. En daarbij hoort ook de scheiding tussen zanddorpen en veendorpen. Er zijn in verleden volkskarakters toebedeeld aan deze scheiding: Zanddrenten zouden bijvoorbeeld conservatiever van aard zijn dan veendrenten, en veenbewoners stonden vaak te boek als ruig volk. Er is een gezegde over dé Drent waarin er geen onderscheid wordt gemaakt. Vul deze aan: Uit turf, jenever en achterdocht, heeft onze lieve Heer de Drent gewrocht.
Vraag 7:
Veel veengebieden in Drenthe werden met kapitaal van niet-Drenten gekocht en ontgonnen. Deze mensen zorgden ook voor de benamingen van Drentse veendorpen. Zo is het dorp Klazienaveen vernoemd naar Klaassien, de moeder van vervener Jan Evert Scholten. De Hollandse Compagnie, bestaande uit kooplieden uit het westen van het land, bezat grote gebieden rondom het huidige Hoogeveen. Deze compagnie had een groot aandeel in de totstandkoming van een naam van een dorp. De bewoners werden later veldelingen genoemd werden. Hoe heet dit dorp? Dat is Hollandscheveld.
Vraag 8:
Er is minstens één plek waar de grens tussen oost-Drenthe en Groningen dwars door een huis loopt. Zo’n 100 jaar geleden werd dit pand in Zuidlaarderveen bewoond door boer Boerma. Boerma wist Gedeputeerde Staten van Groningen te overtuigen dat hij amper in de Groninger helft van zijn boerderij kwam en daarom alleen in Drenthe belasting moest betalen. Gek genoeg was dat ook financieel aantrekkelijker voor hem. De situatie bestaat overigens nog steeds. In welke huidige gemeente in Drenthe ligt de bedoelde boerderij?
Zuidlaarderveen valt onder de gemeente Tynaarlo.
Vraag 9:
De provinciale VVV in Assen meldde in 1957 dat het in Drenthe een zeer goed jaar was voor het volktoerisme en de vreemdelingenindustrie. Een van de grootste trekpleisters was een educatief verkeerspark middenin Assen. Dit park trok dat jaar 65.000 bezoekers, ‘waarvan 80 procent vreemdelingen’. Wat was de locatie van dit park?
Op initiatief van politierechercheur Klaas Bos kwam er in 1957 een Jeugdverkeerspark in Assen. Aanvankelijk in de Gouverneurstuin, later in het Asserbos en De Haar. Veel Drenten bewaren mooie herinneringen aan schoolreisjes naar het Jeugdverkeerspark, of traumatische ervaringen als ze op niet mis te verstane wijze op hun verkeersfouten werden gewezen. Gouverneurstuin was in dit geval het goede antwoord.
Wilt u nostalgische beelden zien van het Jeugdverkeerspark in Assen? Bekijk ze hieronder.
Vraag 10:
In 2008 ontmoette het westen een oosters leger. Het Drents Museum organiseerde dat jaar namelijk een tentoonstelling waarin soldaten uit het grafcomplex van de eerste keizer van China te zien waren. De beelden werden voor het eerst in Nederland tentoongesteld. Hoe noemt men dit leger?
Het Terracottaleger. De tentoonstelling trok 353.000 bezoekers en was daarmee de meeste succesvolle tentoonstelling ooit in het Noorden van het land.
Vraag 11:
De Koude Oorlog is nog niet zo gek lang geleden afgelopen. Oost en West hebben de strijdbijl begraven. Dat betekende ook voor enige Drentse plaatsen dat het vernietigende oorlogsmateriaal dat daar opgeslagen was (gedeeltelijk?) kon worden verwijderd. Een bekende opslagplaats van atoombommen was Havelte. Er is echter ook in Noord-Drenthe een dorp dat een rol speelde als magazijn voor militaire goederen. Tegenwoordig zit er een theatergroep op dit terrein. Welk dorp wordt er bedoeld?
Het goede antwoord is Donderen. Het voormalige munitiedepot is te vinden langs de weg tussen Donderen en Norg, het zogenaamde Donderboerkamp. De theatergroep heet de PeerGroup.
Vraag 12:
‘Wij zagen hier om ons zoo wijd het oog reiken kon niets dan lucht en heide’, zo beschrijft Jacob van Lennep het gebied tussen Zweeloo en Drijber in 1823. Samen met een andere jongeman van stand uit het westen van het land maakte hij een voettocht door Nederland. Wie was zijn reisgenoot (achternaam)?
U had hier moeten invullen Van Hogendorp. Het dagboek dat Van Lennep over de voettocht met zijn studievriend Dirk van Hogendorp schreef, is nog niet zo lang geleden heruitgegeven.
Vraag 13:
Kort na de Tweede Wereldoorlog richtte een groep jonge kunstenaars, onder wie Hans Heyting, de Vereniging Drentse Schilders op. Enkele jaren later werd de vereniging alweer ontbonden omdat de inhoud van de kas in de kroeg ‘verzeupen’ was, aldus Heyting. Welke schilder, afkomstig uit het westen van het land, was mede oprichter van deze schildersvereniging? Hij werd later landelijk bekend, met name vanwege zijn vier bruiden.
Heyboer was het goede antwoord. In 1946 verbleef Anton Heyboer in Drenthe bij de schilder en schrijver Hans Heyting in Borger. Hij leefde toen van portretopdrachten en schilderde landschappen en boerderijen.
Vraag 14:
In de 17de eeuw ontstond bij Batavia een gemeenschap van vrijgemaakte Portugese slaven en inheemse vrouwen: de Toegoenezen. Een deel van hen vluchtte in 1950 naar toenmalig Nederlands Nieuw-Guinea en vervolgens naar Nederland. In Suriname hoopten ze een nieuw bestaan op te bouwen, maar na enkele jaren keerden ze weer terug naar Nederland. In welke Drentse plaats wonen sindsdien veel Toegoenese families?
Hoogeveen. En korte geschiedenis van de Toegoenezen in Nederland is te vinden op deze speciale website
Vraag 15:
Afgelopen jaar maakten het Drents Archief en RTV Drenthe de podcast ‘De Hilte 11’. Hierin werd het oorlogsverhaal van de familie Nijboer uit Gieterveen verteld. Een van de zoons kwam tijdens de Tweede Wereldoorlog om in een concentratiekamp net over de oostgrens van Drenthe. Welk kamp was dit?
Het antwoord is Versen. Kamp Versen was een van de vijftien Emslandlager in de buurt van de Nederlandse grens. Het lag ongeveer vijftien kilometer ten oosten van Emmen. In de vijftien Emslandlager hebben naar schatting 100.000 tot 180.000 krijgsgevangenen en 80.000 politieke- en strafgevangenen verbleven. Naar schatting zijn 38.000 van deze gevangenen in de Emslandlager vermoord.
Vraag 16:
Archeologische vondsten maken duidelijk dat Drenthe in de prehistorie alles behalve een geïsoleerde provincie was. Vuursteen met een opvallende rode kleur werd bijvoorbeeld vanuit een noord-oostelijk gelegen eiland naar Drenthe vervoerd. De tocht overzee was toen een spannende onderneming. Van welk (tegenwoordig Duits) eiland was die rode vuursteen afkomstig?
Helgoland had u bij deze laatste vraag moeten invullen. De zeelieden uit de tijd van onze hunebedbouwers moeten over zeewaardige schepen en over navigatiekennis hebben beschikt om het eiland te bereiken.
Als u alle antwoorden goed had, kon u deze oplossing van de quiz vinden: Kamp Schattenberg.
Winnaars Drentse Geschiedenis Quiz 2020
Bijna 700 goede inzendingen kwamen er bij ons binnen. En op donderdagochtend 29 oktober heeft notaris Johan de Groot van Tijdhof, Daverschot, De Jong Posthumus Notarissen uit Assen vijf winnaars getrokken.
Eerste prijs: mevrouw M. Donker en dhr. G. Wemmenhove uit Zuidwolde
Tweede prijs: mevrouw C. Kuipers uit Westerbork
Derde prijs: mevrouw G. Duinkerken uit Gees
Vierde prijs: mevrouw W. Smeenge uit Langelo
Vijfde prijs: mevrouw Z. Koolman uit Paterswolde
Daarnaast is er een eervolle vermelding voor de heer Boesjes (103 jaar) uit Dalen die met veel plezier heeft meegepuzzeld. Alle winnaars krijgen persoonlijk bericht.
Quiz op social media
Naast de quiz in de krant en op onze website kon u dit jaar voor het eerst ook meespelen met de Drentse Geschiedenis Quiz op social media. De juiste antwoorden en de winnaars van die quiz vindt u volgende week op onze website!