Ook kaarten in Archiefstukken
Kunt u de kaart die u zoekt hier niet vinden? Kijk dan in Archiefstukken.
0440 Abdij Dikninge (Drents Archief)
0440 Abdij Dikninge
![Naar boven om te zoeken Naar boven om te zoeken](http://mifiles.archieven.nl/default/images/scroll-to-top.gif)
0440
Abdij Dikninge
Inventaris
2. Inventaris
2.4. Regestenlijst
![](http://mifiles.archieven.nl/default/images/h.gif)
208 JOHANNES WORDINGE, priester en vicaris te Dwinglo en door den deken in Drenthe tot deze zaak gecommitteerd rechter, oorkondt, dat de abt van Dickeninge en zijne "amptslude" klaagden, dat sedert 3 jaar of langer onbetaald bleef hun pacht uit Wedekinghen-erve c.a te Holt (7 mud rogge, 11/2 mud gerstenmolt en 21/2 mud havermolt stede pacht), nadat JOHAN WEDEKINGHE gestorven was, terwijl 't goed door verwaarloozing geheel verviel;-dat hij daarom voor zich daagde in de kerk te Beylen de dochter van J. W., LAMBERT HUSYNGE, WOLTER NYSYNGE en zijn zoon VREDERIC als geboren mombers over genoemde dochter, en LUDEKEN MENINGE, WOLTER TEBBENGE, EGBERT ASSINGE, ROLOFF BENYNGE, WILLEM LUDINGE, REMBOLT VAN DRYBORT en ALBERT HONRICKINGE als "zeker buer" te Holt;-dat de abt van de buren vorderde aanwijzing waar de stede mudden en het achterstallige kon worden geïnd;-dat de buren begeerden een "ordel" of zij verplicht waren zulke aanwijzing te doen;-dat toen beslist werd, dat, nu de erfgenamen van J. W. in verzuim waren gebleven door voor 't achterstallige niet aan te bieden het goed in zijn geheel, de buren verplicht waren de abdij in dat goed te wijzen;-dat hierna de buren zulks deden en de abdij dus wezen in: Wedekinge-hofstede c.a, die Campessche woerd, die Coteracker, dat Liinstucke, den Haselacker, die Oester Berwerde, die Zuder Berwerde, die Grote Hellebersche acker bij Bennynghen meer acker, die Wechlanghe aan de noordzijde van Helleberghe, de Noertmaed groot 5 voeder hooiland, die Zuedmaed bij der Emelange, die Buestmaed;-na welk "buertuych" 's dekens plaatsvervanger als "richter" de abdij vestigde in genoemd land ("gheweldighet inghesat ende "ghevestet"), en JOHAN'S erfgenaam en den mombers bovengenoemd op boete van 100 oude schilden verbood het goed aan te tasten zonder goedvinden der abdij. Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vierhondert ende soventyen up sunte Mathyas dach. Oorspr. (Inv. No. 57). Het zegel van J. W. is verloren. Afschrift in 't cartularium (Inv. No. 1)
0440 Abdij Dikninge
2. Inventaris
2.4. Regestenlijst
208
JOHANNES WORDINGE, priester en vicaris te Dwinglo en door den deken in Drenthe tot deze zaak gecommitteerd rechter, oorkondt, dat de abt van Dickeninge en zijne "amptslude" klaagden, dat sedert 3 jaar of langer onbetaald bleef hun pacht uit Wedekinghen-erve c.a te Holt (7 mud rogge, 11/2 mud gerstenmolt en 21/2 mud havermolt stede pacht), nadat JOHAN WEDEKINGHE gestorven was, terwijl 't goed door verwaarloozing geheel verviel;-dat hij daarom voor zich daagde in de kerk te Beylen de dochter van J. W., LAMBERT HUSYNGE, WOLTER NYSYNGE en zijn zoon VREDERIC als geboren mombers over genoemde dochter, en LUDEKEN MENINGE, WOLTER TEBBENGE, EGBERT ASSINGE, ROLOFF BENYNGE, WILLEM LUDINGE, REMBOLT VAN DRYBORT en ALBERT HONRICKINGE als "zeker buer" te Holt;-dat de abt van de buren vorderde aanwijzing waar de stede mudden en het achterstallige kon worden geïnd;-dat de buren begeerden een "ordel" of zij verplicht waren zulke aanwijzing te doen;-dat toen beslist werd, dat, nu de erfgenamen van J. W. in verzuim waren gebleven door voor 't achterstallige niet aan te bieden het goed in zijn geheel, de buren verplicht waren de abdij in dat goed te wijzen;-dat hierna de buren zulks deden en de abdij dus wezen in: Wedekinge-hofstede c.a, die Campessche woerd, die Coteracker, dat Liinstucke, den Haselacker, die Oester Berwerde, die Zuder Berwerde, die Grote Hellebersche acker bij Bennynghen meer acker, die Wechlanghe aan de noordzijde van Helleberghe, de Noertmaed groot 5 voeder hooiland, die Zuedmaed bij der Emelange, die Buestmaed;-na welk "buertuych" 's dekens plaatsvervanger als "richter" de abdij vestigde in genoemd land ("gheweldighet inghesat ende "ghevestet"), en JOHAN'S erfgenaam en den mombers bovengenoemd op boete van 100 oude schilden verbood het goed aan te tasten zonder goedvinden der abdij. Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vierhondert ende soventyen up sunte Mathyas dach. Oorspr. (Inv. No. 57). Het zegel van J. W. is verloren. Afschrift in 't cartularium (Inv. No. 1)
Datering:
1417, Februari 24
laatste wijziging 11-10-2006
laatste wijziging 13-01-2023
781 beschreven archiefstukken
2 gedigitaliseerd
totaal 297 bestanden
Kenmerken
Datering:
1360-1617
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0440 Abdij Dikninge
VERKORT:
NL-AsnDA, 0440
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0440 Abdij Dikninge
VERKORT:
NL-AsnDA, 0440
Categorie:
laatste wijziging 13-01-2023
781 beschreven archiefstukken
2 gedigitaliseerd
totaal 297 bestanden