Terug naar de openingspagina
Onderzoek in het archief naar strafkolonisten bij de
Maatschappij van Weldadigheid 1820-1859
In de strafkolonie werden vrije kolonisten, ingedeelden, wezen,
bedelaars of
arbeidershuisgezinnen vastgezet, die zich volgens een van de
tuchtraden
van de Maatschappij misdragen hadden. Omdat het een soort van
verbanning was, komt ook de
aanduiding 'bankolonisten' voor. Soms staat in bevolkingsregisters
de afkorting 'BK', dat
staat voor bankolonie.
De strafkolonie begon eind 1820 in de resterende gebouwtjes van de
verlaten vesting de Ommerschans bij Ommen. Toen op de binnenplaats
van
de vesting een groot bedelaarsgesticht werd gebouwd (zomer 1822),
werden de strafkolonisten gehuisvest in de woningen op de wallen van
de vesting. Daarom worden straf- of bankolonisten ook wel eens
'walkolonisten'
genoemd. In bevolkingsregisters kan de afkorting 'WK' voorkomen, dat
staat voor walkolonie.
Een enkele keer werden strafkolonisten ondergebracht in Veenhuizen,
met
name als men een stel dat 'onzedelijk' met elkaar omgegaan was, niet
bij elkaar op
de Ommerschans wilde hebben. Alleen van de periode 1848-1859 heb ik
van die strafkolonisten in Veenhuizen registratie gevonden.
Alle op deze pagina genoemde
inventarisnummers (invnrs) horen bij het Archief van de Maatschappij
van
Weldadigheid, Drents Archief toegang 0186.
Bevolkingsregisters
Van de allereerste periode strafkolonie zijn geen
bevolkingsregisters.
Van de situatie midden 1822 heeft de tijdelijke onderdirecteur
Fenner later
vanuit zijn geheugen registers gemaakt en die gevoegd bij brieven
waarin hij
protesteerde tegen zijn ontslag. Dat zit bij de ingekomen post van
de
permanente commissie in maart 1823,
toegang 0186 invnr 64.
September 1822 werden de
eerste strafkolonisten
vrijgelaten. Een lijst daarvan staat in het maandblad de Star
(kopiën aanwezig op het Drents Archief, maar ook op internet in te
zien, zie
daarvoor dit artikel), jaargang 1822 blz.
616-618.
Daarna pas beginnen de bevolkingsregisters van de strafkolonie, zie
de invnrs.
Waarschuwing
Data in de bevolkingsregisters van de Maatschappij van Weldadigheid
zijn alleen betrouwbaar voorzover zij spelen TIJDENS het koloniale
verblijf. Gegevens van vóór de aankomst in de kolonie, bijvoorbeeld
geboortedata, zijn vaak onjuist en moeten absoluut gecheckt met
doop-
of andere gegevens in de plaats van herkomst.
Verder over de bevolkingsregisters strafkolonie
In de strafkolonie zaten gezinnen en alleenstaanden. Een nummer bij
een
gezin is een woningnummer, een nummer bij een alleenstaande een
inschrijfnummer.
In invnr 1584 (1832-1835) hebben de gezinnen van
strafkolonisten de woningnummers 1
t/m 24; alleenstaanden zijn genummerd 1 t/m 80. In invnr 1585
(1836-1847) hebben de
gezinnen van strafkolonisten de woningnummers 1
t/m 30; alleenstaanden zijn genummerd 1 t/m 130. In de andere
bevolkingsregisters valt niet echt een systeem te ontdekken.
Tips
- Als iemand is gedeserteerd uit de strafkolonie, kan het
interessant
zijn in deze registers na te lopen of er op diezelfde datum ook
anderen
gedeserteerd zijn.
- Als een vrouw wegens 'onzedelijke' omgang naar de strafkolonie is
gegaan, kan in deze registers nagelopen of er een kind is geboren en
welke naam die heeft gekregen.
- Als de bevolkingsregisters over zulke zaken geen uitsluitsel
geven,
kunnen over de periode 1833-1859 de mutatie-registers geraadpleegd,
zie
verderop deze bladzijde.
Terugzoeken
Bij de vroegste vermelding van een strafkolonist staat in de laatste
kolom iets als 'overgenomen
uit ....'.
- Als daar
staat kol1, kol2 of kol3 en het betreft een gezin, dan moet voor hun
voorgeschiedenis gekeken worden bij
vrije kolonisten. Betreft het een alleenstaande, dan was die of
ingedeelde of kolonistenzoon/dochter.
- Als daar staat 'V' of 'Veenh' plus een woningnummer en het betreft
een gezin, dan waren zij voorheen arbeidershuisgezinnen. Betreft het
een alleenstaande dan was die of wees te Veenhuizen of zoon/dochter
van
een arbeidershuisgezin.
Iets soortgelijks geldt voor de laatste vermelding als
strafkolonist. Als
ze niet met ontslag van de kolonie vertrekken, staat er in de
laatste
kolom iets als 'overgegaan naar...'. Op dezelfde manier als
hierboven
beschreven, kan hun verdere geschiedenis dan gevolgd bij de vrije
kolonisten of de ingedeelden of de wezen of de
arbeidershuisgezinnen.
Aankomst in de strafkolonie 1822-1827
Van een paar strafkolonisten is er een 'Nominatieve staat' van
aankomst
in de Ommerschans, invnr 1370.
De veroordeling
Verbanning naar de strafkolonie geschiedt op basis van een
veroordeling
door een van de tuchtraden in de koloniën. Veel zittingsverslagen
zijn bewaard gebleven. Ze vermelden vanwege welk 'misdrijf' iemand
verbannen wordt, geven het verweer van de beklaagde en eventuele
getuigenverklaringen. Omdat voor verbanning toestemming nodig is van
de
permanente commissie in Den Haag, zit er gemiddeld een maand tussen
veroordeling en aankomst in de strafkolonie.
- Als de strafkolonist afkomstig is uit de vrije koloniën, gaat
het om de zittingsverslagen van de 'Raad van Politie en Tucht in de
gewone koloniën', in het
begin ook wel Raad van Tucht genoemd. Bij veel zittingsverslagen
zijn
gevoegd de voorbereidende
processen-verbaal van de raden van toezicht van de drie vrije
koloniën. Die bevatten veel gedetailleerdere informatie dan het
zittingsverslag zelf. Naar de
invnrs.
- Als de strafkolonist afkomstig is uit een van de gestichten, gaat
het om de zittingsverslagen van de Raad van Tucht in het
desbetreffende gesticht. Naar de
invnrs.
Brieven over de veroordeling
Alle verzamelingen notulen zijn incompleet. Misschien kan een enkel
ontbrekend zittingsverslag tussen de ingekomen post van de
permanente
commissie zitten.
De permanente commissie in Den Haag bespreekt de zittingsverslagen.
Het
resultaat daarvan staat vaak met potlood in de marge van het
verslag.
Het zal ook terug te vinden zijn in brieven van de pc aan de
kolonie-directeur en in de notulen van de pc.
En tenslotte zal de pc de instantie die de veroordeelde naar de
koloniën heeft gestuurd informeren over de straf en de redenen
voor de straf.
Voor al deze dingen kan gezocht in de post van de pc, zie zoeken in de post.
Invaliditeitsregisters 1827-1859
In 1827 werd per contract geregeld dat de overheid extra vergoeding
zou betalen voor de door haar geplaatste mensen die niet in staat
waren met arbeid de kost te verdienen.
Het contract bevindt zich in invnr 1601 en (tweemaal) in invnr 1440.
Vanaf dat moment werd er een administratie met betrekking tot
invaliditeit bijgehouden.
De strafkolonisten staan achterin de schriften met
invaliditeitsgegevens van andere Ommerschansbewoners.
Meestal, sommige jaren staan ze er niet.
Eigenlijk horen hier alleen degenen te staan die door de overheid in
de kolonien geplaatst zijn, maar abusievelijk staan er soms ook
strafkolonisten tussen die door gemeenten of armbesturen in de
koloniën geplaatst zijn.
Naar de
invnrs.
Alle mutaties 1833-1859
Alle mutaties uit de
periode 1833-1859 worden per maand en per kolonie vermeld in de
mutatie-registers, ook de verplaatsingen naar en uit de
strafkolonie.
Dit kan geraadpleegd als het bevolkingsregister geen uitsluitsel
geeft, maar omdat alle bewonerscategoriën hier in
staan kan het ook extra informatie leveren. Als bijvoorbeeld iemand
gedeserteerd is, kan nagelopen of er op
diezelfde datum ook iemand uit het bijbehorende gesticht weggelopen
is,
naar de
invnrs.
Diversen, lijsten
- Eind 1838 werd een lijst gemaakt van kinderen van strafkolonisten,
'aangaande hunne werkzaamheid', oftewel om te zien of ze ook
verdienden of alleen maar kostten. Die lijst bevindt zich tussen de
ingekomen post, in een omslag met opschrift 'No 107 van 1839' in
invnr 204.
Voor de doorzetters
De verslagen van de Raad van Tucht Ommerschans kunnen doorgenomen om
te
zien of de strafkolonist tijdens de verbanning nog iets tegen de
regels
gedaan heeft, naar het
invnr.
Post doorlopen
Er
is voor de strafkolonistengezinnen geen orgaan waar ze kunnen vragen
of hun zoon/dochter met ontslag uit de kolonie weg mag. Dat moet
gebeuren in een brief aan de permanente commissie. Ook verzoeken om
hun
eigen vrijlating werden aan de pc gericht, er kan in de
brievenboeken
bij ´afzender´ gezocht naar brieven van de strafkolonist en
de samenvattingen van de brieven van de directeur kunnen doorlopen
worden op opmerkingen over de strafkolonist, zie zoeken in de
post.
De Star doornemen, 1819-1825
In het maandblad De Star van de Maatschappij van Weldadigheid zijn
twee
plaatsen waar strafkolonisten genoemd kunnen worden:
- In de rubriek 'Kolonie-berichten', elke maand achterin het nummer.
- In de jaarverslagen, die meestal in het augustus- of
septembernummer
van elk jaar
gepubliceerd werden. In de tekst worden de kolonies doorlopen,
waarbij
af en toe opmerkingen over sommige strafkolonisten staan.
1859
Als de Staat in 1859 de Ommerschans en Veenhuizen overneemt,
houdt de strafkolonie op te bestaan. De strafkolonisten die er dan
nog zitten worden of teruggeplaatst naar de vrije koloniën, of
ondergebracht in een van de gestichten of vrijgelaten. In invnr 1586
wordt dat bij de meesten in de kantlijn vermeld.