Terug naar de openingspagina
Onderzoek in het archief naar vrije kolonisten bij de
Maatschappij van Weldadigheid 1818-1859
Alle op deze pagina genoemde inventarisnummers (invnrs) horen
bij het Archief van de Maatschappij van Weldadigheid, Drents Archief
toegang 0186.
Vrije kolonistengezinnen bewoonden kleine hoeves met lapjes land in
een van de drie vrije koloniën, Frederiksoord (kolonie 1),
Wilhelminaoord (kolonie 2) of Willemsoord (kolonie 3). Vóór 1825
waren er meer kolonienummers en komen ook aanduidingen voor als
'kolonie 7'. Zie voor een uitleg daarvan en een globale
plaatsbepaling dit
overzichtje.
De meeste vrije kolonisten staan in de database Maatschappij van
Weldadigheid op www.alledrenten.nl
Op basis van die database en onderzoekswerk door Thijs Rinsema is er
te zien waar de vrije kolonisten gewoond hebben op een plattegrond
op http://www.drentsarchief.nl/onderzoeken/koloniehuizen
Bevolkingsregisters
De gegevens van vrije kolonisten werden bijgehouden in 'stamboeken'
of bevolkingsregisters. Vrijwel alle gegevens uit die stamboeken
zijn opgenomen in de hierboven genoemde database op alle drenten.
Er zijn drie alfabetische registers op de stamboeken, lopend van
1826 tot en met 1855. Deze kunnen sinds kort op internet (uitleg
daarover staat bij de invnrs) geraadpleegd. Naar
de invnrs
Ook de bewaard gebleven stamboeken zelf beginnen ± 1826 maar lopen
door tot 1859. Deze kunnen sinds kort ook op internet geraadpleegd.
Naar
de invnrs
Van Willemsoord bestaat ook nog een ouder stamboek, dat de periode
van ± augustus 1821 tot 1823 bestrijkt. Het gaat om invnr 1407. Dat
is alleen op het archief en niet op internet raadpleegbaar, maar ik
heb er een samenvatting van gemaakt: http://www.schackmann.nl/proefkolonie/1820Willemsoord.html
Waarschuwing
Data in de bevolkingsregisters van de Maatschappij van Weldadigheid
zijn alleen betrouwbaar voorzover zij spelen TIJDENS het koloniale
verblijf. Gegevens van vóór de aankomst in de kolonie, bijvoorbeeld
geboortedata, zijn vaak onjuist en moeten absoluut gecheckt met
doop- of andere gegevens in de plaats van herkomst.
Informatie via de soort van plaatsing
In het begin zijn er kolonistengezinnen die zijn geplaatst 'bij
vrijwillig engagement'. Meestal zijn dat werkzoekenden die bij de
kolonie aanklopten en aangesteld werden als huisverzorgers die op
groepjes wezen pasten. Later komt die vorm alleen voor bij
personeelsleden en zijn er twee manieren waarop vrije
kolonistengezinnen geplaatst worden:
1) plaatsing op basis van een (bijzonder) contract met een instantie
(armbestuur, diakonie, enzovoort)
2) plaatsing op basis van door een subcommissie opgehaalde
contributie
In de bevolkingsregisters wordt in de kolom 'wijze van designatie'
of 'wijze van plaatsing' vermeld op welke basis men geplaatst is. De
twee groepen worden deels afzonderlijk geadministreerd:
1) Plaatsing op (bijzonder) contract
- De plaatsingen op contract in 1821 en 1822 zijn vermeld in twee
jaarregisters in invnr 1395. Daarna staan zij tussen alle andere
plaatsingen in de designatieregisters, zie verderop bij designaties.
- Vanaf 1 november 1829 tot 1859 werd een apart bevolkingsregister
bijgehouden voor op contract geplaatsten, invnr 1389. Er is een
alfabetische klapper op, invnr 1390. Zowel invnr 1389 als invnr 1390
staan nu ook op internet.
- In dat register werd iedereen een nummer toegekend en vanaf toen,
dus 1829, werden zij overal aangeduid met dat nummer plus de letter
'B' (van bijzonder contract), B374 of soms 374B.
- Stam- of designatielijsten met door de uitzendende instantie
genoteerde gegevens - soms summier, soms uitgebreid - van de op
contract geplaatste personen, in dezelfde volgorde als bij invnr
1389, zitten in invnr 1391. Ook invnr 1391 staat op internet.
- Doop- of geboorteuittreksels van op contract geplaatsten zitten in
invnr 1392.
- De contracten zelf, meest in kopie, invnr 1393. Bij sommige zijn
de namen ingevuld van de gezinnen die als eersten op basis van dat
contract geplaatst werden.
- Het contractenboek geeft een overzicht van alle contracten met
bijbehorende hoeves, invnr 1394. Achterin werd tot en met 1830
bijgehouden of er betaald was.
- Een overzicht van de instanties die op 1 december 1859 op contract
geplaatst gezinnen in de kolonie hadden, invnr 3020.
2) Plaatsing uit de contributie
- Voor plaatsingen in de periode 1818 tot ± 1824 is er het 'Register
van de overgenomen Huisgezinnen uit de gewone Kontributien sedert de
oprigting van de Maatschappij', op alfabetische volgorde van plaats,
niet bij alle geplaatsten staan de namen, soms alleen de
hoevenummers. Dit register ligt los in het contractenboek, invnr
1394.
- Daarnaast staan de plaatsingen uit de contributie van 1821 en 1822
is twee designatieregisters in invnr 1395. Vanaf 01-01-1823 staan
zij tussen alle andere plaatsingen in de designatieregisters, zie
verderop bij designaties.
- Vanaf 1 augustus 1830 tot 1858 werd per plaats bijgehouden welke
gezinnen uit de contributie geplaatst waren, invnr 1344. Bij de
grote steden is dat soms een rommeltje geworden, waardoor men op een
andere pagina opnieuw begint.
Onderstaande heeft meestal betrekking op ZOWEL de op contract
geplaatste vrije kolonisten ALS op uit de contributie geplaatste
vrije kolonisten
Aankomsten 1818-1827
'Nominatieve staten' van de aankomst in de kolonie, met vermelding
van aankomstdatum, gezinssamenstelling en waar zij gevestigd werden.
Aankomsten 1818 invnr 1342, een paar van de aankomsten 1820 en de
meeste aankomsten 1821 invnr 1343, aankomsten 1822-1827 invnr 1370.
Niet volledig, ontbrekende staten kunnen zich bevinden bij de
ingekomen post, soms als lijst - bijvoorbeeld 21 december 1819 met
de eerste bewoners van Frederiksoord-2 -, soms als tekstfragment in
brieven van de directeur.
Designaties 1823-1853
Vanaf 01-01-1823 tot en met 1853 staan alle toewijzingen
(designaties) van een plek in de kolonie op datum in registers, met
ondermeer vermelding van de aard van de plaatsing, namen van de
gezinshoofden, wie zij eventueel opvolgen, waar gevestigd en soms
bijzonderheden. Designaties zijn normaliter kort voor de feitelijke
aankomst, invnr 1395.
Correspondentie over plaatsing
Voorafgaand aan plaatsing op de kolonie moet het kolonistengezin
door de uitzendende instantie of subcommissie zijn voorgedragen,
soms met bijzonderheden, in een brief aan de permanente commissie.
Als eenmaal bekend is wie plaatst, kan daarop gezocht in de post.
De reis naar de kolonie
- Uit bovengenoemde nominatieve staten van aankomst en
designatieregisters valt af te leiden wie de reisgenoten op weg naar
de kolonie waren.
- Subcommissies vermeldden vaak de reiskosten, plus de (soms
nauwkeurig omschreven) proviand voor onderweg, plus eventuele
voorbereidende kosten als bijvoorbeeld les in spinarbeid, op hun
afrekening van dat jaar. Die afrekeningen zijn er op twee manieren,
beide niet helemaal compleet: jaarafrekeningen alfabetisch op
subcommissie, invnrs 1104-1111 en rekeningen-courant per jaar op
subcommissie, invnrs 1146-1153.
Kleding en woninginrichting
Als het gezin is aangekomen in de periode 1833-1840 of 1848-1856 of
1859-1860, is er kans dat de 'eerste verstrekking', de spulletjes
die ze bij aankomst kregen, genoteerd is. Soms alleen het bedrag dat
het gekost heeft, maar bij diversen is er een volledig overzicht van
de aan hen verstrekte koloniale boven- en onderkleding, bij anderen
is minutieus aangetekend welke huisraad ze gekregen hebben, tot aan
de messen, vorken, lepels en sauspannetjes aan toe, invnr 959.
Bij verlof
Voorafgaand aan verlof moest de kolonist of het kolonistenkind
verschijnen voor de Kleine Raad om toestemming te verkrijgen. Als in
het bevolkingsregister een verlof genoteerd is kan de voorafgaande
Kleine Raad-zitting opgezocht. Naar de invnrs
Bij verbanning naar de strafkolonie
Veroordeling tot de strafkolonie geschiedt door de Raad van Politie
en Tucht, in het begin ook wel Raad van Tucht genoemd. Veel
zittingsverslagen zijn bewaard gebleven. Ze vermelden vanwege welk
'misdrijf' iemand verbannen wordt, geven het verweer van de
beklaagde en eventuele getuigenverklaringen. Vanaf midden 1831 tot
en met 1849 zijn bijgevoegd de voorbereidende processen-verbaal van
de raden van toezicht van de drie vrije koloniën. Die bevatten veel
gedetailleerdere informatie dan het zittingsverslag zelf.
Omdat voor verbanning toestemming nodig is van de permanente
commissie in Den Haag, zit er gemiddeld een maand tussen
veroordeling en aankomst in de strafkolonie. Naar de invnrs
Bij degradatie tot arbeidershuisgezin
Over terugzetting van vrije kolonist tot arbeidershuisgezin, al dan
niet op eigen verzoek, werd ook beslist door de hiervoor genoemde
Raad van Politie en Tucht.
Bij bevordering tot hoevenaar
Bevordering tot hoevenaar op een grote boerderij bij de Ommerschans
of Veenhuizen, geschiedt door de permanente commissie, doorgaans op
voordracht van de directeur. Zie daarvoor zoeken
in
de post.
Om de verdere carrière als hoevenaar te volgen dien je terug te
keren naar de openingspagina en de categorie hoevenaars te kiezen.
In de bevolkingsregisters van hoevenaars staat vaak de datum waarop
de pc besloten heeft tot plaatsing als hoevenaar, dus dat scheelt
weer zoeken.
Bij ontslag of opvolging
Over ontslag van een vrije kolonist of opvolging door een zoon of
schoonzoon moet voorafgaand gecorrespondeerd zijn tussen de
directeur van de koloniën, de permanente commissie en de uitzendende
instantie of subcommissie, zie zoeken in de
post.
Alle mutaties 1833-1859
Alle mutaties uit de periode 1833-1859 worden per maand en per
kolonie vermeld in de mutatie-registers. Dit kan geraadpleegd als
het bevolkingsregister geen uitsluitsel geeft, maar omdat alle
bewonerscategoriën hier in staan kan het ook extra informatie
leveren. Als bijvoorbeeld iemand gedeserteerd is, kan nagegaan of er
op diezelfde datum ook anderen weggelopen zijn. Naar de
invnrs.
Tijdelijke huisgenoten
Het kan een interessant inkijkje in het leven van een koloniaal
gezin geven om een overzicht te maken van alle bij hen ingedeelden
en de perioden dat ze die in huis hadden. Dat kan gehaald worden uit
de bevolkingsregisters (zie bovenaan de pagina), maar kant en klare
overzichten bevinden zich in de zogenaamde 'rode boeken van
Kloosterhuis' op het Drents Archief.
Lijsten/Divers
- In de jaarverslagen tot en met 1825 zitten diverse lijsten van
kolonisten, onder andere medaille-uitreikingen, oogstopbrengsten,
schoolverlaters, belijdenis of eerste communie, etc, invnr 989.
- Van de allereerste proefkolonisten zijn er twee lijsten waarop is
aangetekend of zij in november 1818 de kunst van het spinnen vaardig
zijn, invnr 1597.
- In 1860 werden enkele gezinnen voor de tijd van één jaar in
Wateren geplaatst, invnr 3021
- In het kader van een reorganisatie in 1862-1864 stelde de
directeur meerdere lijsten van kolonisten samen. Bij iedereen maakte
hij opmerkingen. Er zijn aparte lijsten met de kolonisten die
volgens hem beter weg konden (wat uiteindelijk niet doorging). Alle
lijsten zijn in invnr 2156
Vrijboeren
Vanaf ongeveer 1830 kregen sommige vrije kolonisten in
Frederiksoord, Willemsoord of Wilhelminaoord de status van
'vrijboer'. Een complete registratie hiervan heb ik (nog) niet
gevonden, ze zijn op enkele verspreide punten geregistreerd:
- Een lijstje hoevenaars in vrije kolonie 1, Frederiksoord, staat op
een van de laatste bladzijden van het ambtenarenregister 1834-1860,
invnr 998
- Losse briefjes met opgaven van hoevenaars in de vrije koloniën
vanaf ongeveer 1853 zitten in het laatste mapje (mapje nr 10) van de
ambtenarenregisters in invnr 1007
- In het bevolkingsregister Frederiksoord 1848-1859 staan apart
vrijboeren vermeld, invnr 1351
Verlof aanvragen bij de Kleine Raad
De kolonie mag niet zomaar verlaten worden. Een kolonist moet verlof
aanvragen als hij voor bijvoorbeeld familiebezoek weg wil. Dat
verlof aanvragen gebeurt bij de Kleine Raad. Als je alle zittingen
van die Kleine Raad doorspit kun je exact achterhalen waar de
kolonist wanneer is geweest. Regelmatig worden bijzonderheden
gegeven bij de verlofaanvraag, bijvoorbeeld 'ten einde eene erfenis
te vereffenen' of 'om hare zuster te bezoeken die de tering heeft'.
Die notulen bevatten ook gegevens over spijbelen van school of
van catechisatie door kolonistenkinderen of van het onderhoud van de
tuinpaden.
Een kolonistenkind kon (vanaf 1830) Groot Verlof krijgen, drie
maanden à een half jaar om in de gewone maatschappij een baan te
zoeken. Dit staat vaak aangetekend in de bevolkingsregisters. Ook
dit liep via de Kleine Raad. Naar
de invnrs
Voor de doorzetters
Eerder op deze pagina zijn al enkele tijdstippen genoemd rond welke
het zinvol kan zijn de post door te nemen. Het kan ook op goed
geluk. Zo geeft de kolonie-directeur bij flink wat kolonisten enkele
dagen na hun aankomst commentaar op hun geschiktheid voor landarbeid
of op andere aspecten.
Verder kan in de brievenboeken onder 'afzender' gezocht worden naar
brieven van de kolonist. De samenvattingen van brieven van en aan de
instantie of subcommissie die de kolonist geplaatst heeft, kunnen
doorlopen of er iets over hem geschreven is.
Als dat het geval is: brieven van de plaatsende instantie over de
kolonist werden door de permanente commissie altijd doorgestuurd
naar de directeur die daarop in een van zijn eerstvolgende brieven
reageerde. En als de pc aan een plaatsende instantie schrijft over
de kolonist is dat altijd gebaseerd op een bericht van de directeur
van kort daarvoor. Voor al dit zoekwerk, zie zoeken
in de post.
Doornemen tuchtzaken
In de bevolkingsregisters werden alleen de zwaardere straffen tegen
een kolonist als verbanning naar de strafkolonie genoteerd. Een paar
dagen strafkamer of een boete of 'eene ernstige vermaning' door de
directeur werden niet opgetekend. Het merendeel van wat er voor de
Raad van Tucht gebeurt is daardoor niet vastgelegd in de
bevolkingsregisters. Bij een vermoeden dat de kolonist wel eens voor
de raad heeft gestaan, bijvoorbeeld als je merkt dat hij niet al te
best bij de directie aangeschreven staat, zouden de twee dozen met
tuchtraadzittingen doorlopen kunnen worden. Doe dan in eerste
instantie alleen de zittingsverslagen en niet de bijgevoegde
processen-verbaal van de raden van toezicht, want in principe komt
alles wat in die laatsten staat terug in het zittingsverslag en dat
is korter (en normaliter zijn alle namen onderstreept). Naar de invnrs
De Star doornemen, 1819-1825
In het maandblad De Star van de Maatschappij van Weldadigheid
(kopieën aanwezig op Drents Archief, maar ook raadpleegbaar op
internet, zie
daarvoor dit artikel) zijn twee plaatsen waar kolonisten
genoemd kunnen worden:
- In de rubriek 'Kolonie-berichten', elke maand achterin het nummer.
- In de jaarverslagen, die meestal in het augustus- of
septembernummer van elk jaar gepubliceerd werden. In de tekst worden
de kolonies doorlopen, waarbij af en toe kolonisten genoemd worden,
en bijgevoegd zijn vaak lijsten waar van alle kolonisten gegevens
over oogsten en verdienste staan.
Vrije kolonisten volgen na 1859
Gegevens over vrije kolonisten uit de bevolkingsregisters na 1859
ziijn opgenomen in de database Maatschappij van Weldadigheid op
www.alledrenten.nl
Ook deze bevolkingsregisters staan op internet, zie de beschrijving
bij de eerdere bevolkingsregisters.
Voor aanvullend onderzoek in het archief van de Maatschappij van
Weldadigheid kan geraadpleegd de inventaris deel II, Archief van de
Maatschappij van Weldadigheid 1859-1970. Naar
de inventaris.
De gezinnen Winters, van Huizen, Carper, van Os en Hoen wonen het
jaar 1860 in Wateren, invnr 3021.