Drentse dorpen L-S
Tot ver in de 20ste eeuw waren de Drentse dorpen op de landbouw en veeteelt ingesteld. Toch deed een eeuw geleden ook de industrie haar intrede: veel dorpen hadden een kleine coöperatieve zuivelfabriek op handkracht of op stoomkracht. Enkele fabrieken groeiden uit tot grote coöperaties. De meeste zuivelfabrieken fuseerden uiteindelijk met de DOMO.
De mechanisatie die 50 jaar geleden steeds verder werd doorgevoerd, verlichtte het werk van de boeren. Streekverbeteringen en ruilverkavelingen maakten het mogelijk efficiënter te werken. Het landschap veranderde er drastisch door.
Naast het werk op het land hadden veel dorpsbewoners er een nering bij, zoals een winkel of een café. Vanaf 1975 dreigden veel van deze voorzieningen in de dorpen verloren te gaan. Dat leidde tot tal van initiatieven ondernomen om de leefbaarheid in de kleine Drentse dorpen te verbeteren.
Leggeloo |
Lhee |
Lieveren |
Makkum |
Midlaren |
Nietap |
Nieuw-Amsterdam |
Nieuw-Dordrecht |
Nieuw-Roden |
Nieuw-Schoonebeek |
Noordbarge |
Noord-Sleen |
Odoornerveen |
Oranje |
Orvelte |
Oud Aalden |
Oudemolen |
Paterswolde |
Peest |
Roderwolde |
Rogat |
Roswinkel |
Schipborg |
Schoonoord |
Schuilingsoord |
Spier |
Stieltjeskanaal |
Orvelte |