N.B. Het huis Vredenrust te Hoogeveen werd gebouwd in 1715 door Abraham de Vriese (1653-1735), koopman, directeur van de Hoogeveensche vaart en schulte te Echtens Hoogeveen *  . Na zijn overlijden in 1735 waren onder andere bewoners een kapitein Stantius en Albert Dominicus des H.R. Rijksgraaf van Limburg Stirum *  . Omstreeks 1770 kwam op het huis Vredenrust te wonen de schulte Willem Hiddingh en zijn echtgenote Barbera Elisabeth Kymmell. Op 14 maart 1788 overleed Willem Hiddingh; zijn vrouw bleef nog een aantal jaren in het huis wonen. Op 18 april 1797 verkocht zij het huis aan Abraham van Spall, lid van de Arrondissementsraad te Hoogeveen, voor een bedrag van ? 15.000 *  . B.E. Kymmell bewoonde nadien een ander huis in Hoogeveen, waar zij op 21 januari 1800 overleed. Abraham van Spall overleed te Hoogeveen op 25 december 1812.

Zijn weduwe Johanna Cornelia van der Velde verstrekte op 14 december 1815 aan de heren Sebastiaan Albert van Naamen *  , rentenier, en Georg Oosting, ontvanger der verpondingen over het arrondissement Hoogeveen *  , een volmacht om voor haar "alle haare zaken in deze Landschap" waar te nemen en "haare vaste goederen, hetzij uit de hand of in publike vijling" te verkopen. Dit laatste gebeurde op 26 maart 1816. S.A. van Naamen verkocht toen, als gemachtigde van J.C. van der Velde, het huis Vredenrust aan zijn mede-gemachtigde Georg Oosting *  . Bij deze koop was inbegrepen een bank in de kerk te Hoogeveen, die oorspronkelijk door de weduwe van Willem Hiddingh, Barbera Elisabeth Kymmell, van Roelof van Echten in erfpacht was verkregen. Georg Oosting betaalde voor het geheel ? 14.232. Na zijn overlijden te Hoogeveen op 24 januari 1818 werden alle onroerende goederen door zijn broer Hendrik Jan Oosting verkocht aan Sara Barkey, echtgenote van Elias Wolf *  . De hierna beschreven stukken kwamen door de koop van 26 maart 1816 in het bezit van Georg Oosting.